DE 10 GEBODEN.. PUITEN EDITIE

… komt alleen de kleedkamergang binnen. Mama en papa komen niet in de gang van de kleedkamer maar nemen afscheid aan de inkom. Hij/zij kan zich zonder hulp aan- en uitkleden en knoopt zijn/haar veters zelf. Bovendien draagt alleen hij/zij zijn voetbaltas. Zijn/haar bal, drinkbus en regenvest heeft hij/zij altijd bij. Hij/zij werpt thuis alle vuile kledij in de wasmand en helpt met het kuisen van de schoenen.

… geeft telkens een hand of ‘vuistje’ aan opleiders en medewerkers bij aankomst en vertrek op de club en verzorgt zijn taalgebruik. Hij/zij gebruikt de term ‘opleider’ en niet ‘trainer’.
 
 
… wast zich na elke wedstrijd of training op de club. Badslippers worden aangeraden bij het douchen. Lege flessen van shampoo of douchegel worden steevast in de daarvoor voorziene ton gedeponeerd.
 
 

… luistert meteen naar zijn opleiders en tracht de opdrachten zo goed mogelijk uit te voeren zonder de andere medespelers te storen. Hij/zij oefent op zijn jongleer-huiswerk en streeft naar 100 keer afwisselend rechts-links tegen U11. Hij/zij beseft dat dagelijks oefenen de enige manier is om dit streefdoel te halen.

… heeft respect voor alle spelers die aan de wedstrijd deelnemen. Hij/zij geeft een handje na een fout en bedankt de scheidsrechter (ongeacht de uitslag) na de wedstrijd. Tijdens of na de wedstrijd commentaar op de scheidsrechter geven is ontoelaatbaar.
 
 
… laat zelf of via mama of papa tijdig aan de opleider weten als hij/zij niet naar een activiteit (wedstrijd, training, uitstap, … ) kan komen. Hiervoor maken we gebruik van PSD. De versie via App is gebruiksvriendelijk en kost maar één swipe moeite. Voor onze opleiders maakt dit een wereld van verschil.
 
 

… zorgt er samen met de anderen voor dat het complex proper blijft. Hij/zij werpt alle afval in de vuilbak en komt met flesjes en etenswaren op de velden. Hij/zij weet dat de kleedkamer geen speelplaats is. Ballen worden in de kleedkamer vastgehouden of liggen stil op de grond.

… moedigt zijn medespelers aan en snapt dat hij/zij niet in zijn eentje een wedstrijd kan winnen. Iedereen maakt al eens een foutje. Hij/zij pest geen medespelers maar probeert een aangenaam vriendje te zijn die steeds helpt waar nodig. Na de training helpt hij/zij de opleider met opruimen.

… drinkt op weekdagen enkel water, eet elke dag minstens twee stukken fruit en vergeet niet dagelijks te ontbijten. Hij/zij weet dat chips na de training niet is toegelaten. Hij/zij eet geen hamburger na de wedstrijd maar geeft de voorkeur aan pasta. Hij/zij slaapt elke dag minstens 9u en speelt met mate op computer, PSP, Playstation e.d.

… tracht er telkens opnieuw alles aan te doen om –zowel op training als wedstrijd– te winnen en geeft niet snel op.